Dag van de Republiek
January 1, Wednesday
Geschiedenis van de verdeling van Tsjechoslowakije
Tsjecho-Slowakije ontstond in 1918 na de ineenstorting van het Oostenrijks-Hongaarse rijk na de Eerste Wereldoorlog. Het verenigde twee belangrijke volkeren: Tsjechen en Slowaken, evenals andere etnische groepen zoals Hongaren, Duitsers en Roesyns. Het grootste deel van zijn bestaan was Tsjechoslowakije een democratische staat, met uitzondering van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende keren toen het land onder communistisch bewind stond.
Na de Fluwelen Revolutie in 1989, die leidde tot de val van het communistische regime, begonnen discussies over de toekomst van Tsjechoslowakije. Verschillen in politieke en economische opvattingen tussen Tsjechen en Slowaken kwamen op de voorgrond.
Het besluit om Tsjecho-Slowakije te verdelen werd genomen door de leiders van de twee republieken: Vaclav Klaus (Tsjechische politicus) en Vladimir Meciar (Slowaakse politicus). Op 1 januari 1993 hield Tsjecho-Slowakije officieel op te bestaan, en in plaats daarvan ontstonden twee onafhankelijke landen: Tsjechië en Slowakije.
De betekenis van de feestdag
Voor beide landen werd de Dag van de Republiek Tsjechië en Slowakije een symbool van een nieuwe fase in de geschiedenis. Deze dag wordt gevierd als een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van de democratie en de soevereiniteit van beide landen.
In Tsjechië wordt 1 januari gevierd als de Dag van het Herstel van de Onafhankelijke Tsjechische Staat.
In Slowakije is deze dag ook een nationale feestdag, die het begin van zijn onafhankelijkheid symboliseert.