Samiljeol
1 maart, zaterdag
 
Historische achtergrond
Op 1 maart 1919 werd de Onafhankelijkheidsverklaring van Korea voorgelezen in het Tapgol Park in Seoul door een groep van 33 Koreaanse intellectuelen, religieuze leiders en activisten. Deze gebeurtenis leidde tot een golf van demonstraties door het hele land, waarbij naar schatting meer dan twee miljoen mensen deelnamen aan ongeveer 1.500 protesten. De Japanse autoriteiten reageerden met harde repressie, waarbij duizenden mensen werden gearresteerd, gewond raakten of omkwamen.
Betekenis en viering
Samiljeol is een dag van nationale trots en herdenking. Overheidsinstellingen, scholen en burgers hangen de nationale vlag, de Taegeukgi, uit. Er worden officiële ceremonies gehouden, waaronder een herdenkingsdienst bij het Seodaemun Gevangenisgeschiedenismuseum in Seoul, waar veel onafhankelijkheidsstrijders gevangen zaten en gemarteld werden. De president van Zuid-Korea houdt vaak een toespraak om de offers van de voorouders te eren en de waarde van vrijheid en democratie te benadrukken.
Culturele impact
De beweging van 1 maart had een diepgaande invloed op het Koreaanse nationalisme en inspireerde latere verzetsbewegingen tegen de Japanse overheersing. Het wordt beschouwd als een van de eerste massale burgerbewegingen in de moderne Koreaanse geschiedenis. Samiljeol is niet alleen een herdenking van het verleden, maar ook een viering van de Koreaanse identiteit en het streven naar zelfbeschikking.
Erfgoed en educatie
Op scholen en in de media wordt rond deze dag extra aandacht besteed aan de geschiedenis van de onafhankelijkheidsbeweging. Documentaires, films en tentoonstellingen brengen het verhaal van de activisten tot leven en benadrukken het belang van burgerlijke moed en solidariteit. Samiljeol blijft een krachtig symbool van de Koreaanse strijd voor vrijheid en nationale eenheid.